Algemene vragen - Borgingsplan

Dit is maximaal 1 jaar na de bouwmelding. Dit is vastgesteld in artikel 2.18 lid 2 van het Bbl.

De eisen uit het Bbl waar een project binnen gevolgklasse 1 aan moet voldoen wordt vastgesteld bij het indienen van bouwmelding.

Deze eisen zijn vastgelegd in artikel 2.19 van het Bbl.

• De volgende gegevens dienen onderdeel uit te maken een bouwmelding, deze wordt in het DSO ingediend.

1. de naam, het adres en het telefoonnummer van degene die het bouwwerk bouwt;
2. als de melding wordt ingediend door een gemachtigde: de naam, het adres en het telefoonnummer van de gemachtigde;
3. als de melding elektronisch wordt ingediend: het e-mailadres van de degene die het bouwwerk bouwt of de gemachtigde;
4. de dagtekening;
5. het adres, de kadastrale aanduiding of de coördinaten van de locatie waarop de activiteit wordt verricht;
6. een beschrijving van de bouwactiviteit, met inbegrip van de gebruiksfunctie van het bouwwerk;
7. gegevens betreffende de kwaliteitsborger en het te gebruiken instrument voor kwaliteitsborging, bedoeld in artikel 7ab, derde lid, van de Woningwet;
8. een risicobeoordeling van het bouwproject met het oog op het voorkomen of beperken van risico’s die van invloed kunnen zijn op het voldoen aan de regels voor de bouwactiviteit, bedoeld in de hoofdstukken 4 en 5; en
9. het borgingsplan, bedoeld in artikel 3.80 van het Besluit kwaliteit leefomgeving.

De punten a tot en met e worden in ieder geval ingevoerd in het DSO. De punten f tot en met h zijn veelal terug te vinden in het borgingsplan. Deze punten verdienen daarom verder aandacht. Punt f geeft een beschrijving van het plan, deze is ter herleiden in het borgingsplan in paragraaf 3 Totstandkoming van het project. Hier staat beschreven hoe het project is samengesteld en op welke wijze het project wordt gebouwd. De gegevens voor punt g is terug te vinden in paragraaf 1 van het borgingsplan beschreven, hier zijn de bij de borging betrokken personen aangegeven. De werking van punt g is in paragraaf 5 van het borgingsplan nader uitgelegd.

In artikel 3.80 van het Besluit kwaliteit leefomgeving, in de ‘leeswijzer borgingsplan’ is dit nader uitgelegd.

Deze eisen zijn beschreven in de artikelen 3.82 tot en met 3.84. In deze artikelen worden voorwaarden gesteld aan de onafhankelijkheid, opleiding, kennis, ervaring en organisatorische structuur van de borger. Enkel kwaliteitsborgers die door de Tlokb zijn toegelaten mogen optreden als kwaliteitsborgers in de bij hun toegekende scopes.

• Dit is vastgelegd in artikel 2.17 van het Bbl

§  Een bouwactiviteit valt onder gevolgklasse 1 als:

a.      de bouwactiviteit geen rijksmonument, voorbeschermd rijksmonument, provinciaal monument, voorbeschermd provinciaal monument, gemeentelijk monument of voorbeschermd gemeentelijk monument betreft;

b.     de bouwactiviteit alleen ten dienste staat van een gebruiksfunctie als bedoeld in het derde lid;

c.      de bouwactiviteit niet betreft een bouwwerk waar voor het in gebruik nemen of gebruiken van het bouwwerk een gebruiksmelding als bedoeld in artikel 6.7, eerste lid, is vereist;

d.     bij de bouwactiviteit geen gelijkwaardige maatregel wordt toegepast in verband met een in dit besluit uit het oogpunt van constructieve veiligheid of brandveiligheid gestelde regel;

e.      bij de bouwactiviteit geen toepassing is gegeven aan NEN 6060 of NEN 6079 bij het bepalen van de gebruiksoppervlakte van een brandcompartiment;

f.        de bouwactiviteit niet betreft een bouwwerk dat behoort tot een geval waarin een milieubelastende activiteit vergunningplichtig is op grond van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving.

§  De gebruiksfunctie, bedoeld bij punt b, is:

a.      kamergewijze verhuur, en nevenfuncties daarvan;

b.     een woonfunctie en nevenfuncties daarvan, voor zover het bouwwerk een drijvend bouwwerk betreft;

c.      een niet in een logiesgebouw gelegen grondgebonden logiesfunctie;

d.     een industriefunctie en nevengebruiksfuncties daarvan, voor zover het bouwwerk uit niet meer dan twee bouwlagen bestaat;

e.      een industriefunctie als nevengebruiksfunctie van een andere gebruiksfunctie, voor zover gelegen in een bijbehorend bouwwerk van niet meer dan twee bouwlagen;

f.        een bovengronds gelegen bouwwerk geen gebouw zijnde voor een infrastructurele voorziening bestemd voor langzaam verkeer, voor zover niet gelegen over een rijks- of provinciale weg en met een te overbruggen afstand van niet meer dan 20 meter; of

g.      een ander bovengronds gelegen bouwwerk geen gebouw zijnde dat niet hoger is dan 20 meter, met uitzondering van een infrastructurele voorziening bestemd voor verkeer anders dan bedoeld onder f en bouwwerken met een waterkerende functie.

Dit hangt af welke type gelijkwaardigheid er wordt toegepast. Wanneer er sprake is van een gelijkwaardigheid op het gebied van gezondheid, duurzaamheid, bruikbaarheid, toegankelijkheid of bouwwerkinstallaties is kan deze binnen een gevolgklasse 1 project worden toegepast. Enkel bij de toepassing van gelijkwaardigheid op het gebied van constructieve veiligheid of brandveiligheid zal dit project niet meer onder gevolgklasse 1 vallen.

Bij wijzigingen in een plan is het van belang deze met de kwaliteitsborger af te stemmen. Deze kan beoordelen of deze wijziging invloed heeft op het borgingsplan. Indien nodig zal het borgingsplan dan ook worden vernieuwd.

Lid 3 van artikel 2.18 Besluit bouwwerken leefomgeving luidt: "Een melding kan betrekking hebben op meerdere bouwwerken op hetzelfde terrein of op met elkaar samenhangende terreinen." De nota van toelichting van het Besluit bouwwerken leefomgeving geeft helaas weinig handvatten en er is dan ook sprake van een grijs gebied. De grenzen kunnen wij niet precies aangeven, dus op voorhand is niet uit te sluiten dat het in 1 melding gemeld kan worden. Maar het uiteindelijke oordeel hangt af van de precieze situatie. We adviseren daarom hierover met het bevoegd gezag hier samen afstemming over te hebben.